Kruisvenster 0000.0011

 

Literatuur

 

- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 20014e druk/1e druk: 1953 [643 blz. ISBN 90.74310.77.X]. Hierin: blz. 103 ("Brabants kozijn, venster: kruiskozijn met twee tussendorpels. Brabantsche cassijnen: 1623 Ieper, conciergerie" - dit is de relevante tekst volledig), 281 ("Kruiskozijn"), 282-283 ("Kruisvenster")

- Janse, H., Vensters. Schiedam (Interbook International b.v.), 1977 (2e herziene druk) [75 blz. plus 201 foto's. ISBN -]. Oorspronkelijke uitgave 1972, ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van Aannemersbedrijf Huurman N.V., te Delft. Hierin o.a.: "Stenen kruisvensters en kloostervensters", blz. 36-45; "Houten kruiskozijnen en bolkozijnen", blz. 46-55; "De overgang van het kruiskozijn naar het schuifraam", 61

- Devliegher, Luc & Miek Goossens, Vensters in West-Vlaanderen. Deel in de serie 'Oudheden in West- en Frans-Vlaanderen', nr 1. Tielt (Lannoo), 1980. [39 blz. plus 205 afb. ISBN 90.209.0896.0]. Hierin "Het kruisvenster": blz. 13-20

- Zandkuyl, H.J., Bouwen in Amsterdam. Amsterdam (Architectura & Natura), 1993. [575 blz. ISBN 90.71570.28.2]. Hierin: "Het raam in het stadswoonhuis - 1", blz. 197-208

- Reinstra, Albert, "Groningse kruis- en kloostervensters belicht". In: Monumenten en bouwhistorie. Jaarboek Monumentenzorg 1996. Zwolle (Waanders), Zeist (Rijksdienst voor de Monumentenzorg), 1996. [ISBN 90.400.9876.X]. Hierin: blz. 92-99.

- Scheltema, P.H., Practisch Handboek voor Bouwkundigen en Ambachtslieden, omvattende nagenoeg alle, bij de uitvoering van bouwwerken, voorkomende werkzaamheden, gereedschappen, materialen en hulpmiddelen. Alphabetisch gerangschikt, beschreven, verklaard en door talrijke afbeeldingen nader toegelicht (Naar G.A. Smit, geheel opnieuw bewerkt en belangrijk uitgebreid door P.H. Scheltema). Rotterdam (D. Bolle), z.j. [874 blz. ISBN -]. Hierin o.a.: "Glasraam", vooral blz. 245-246

- Jellema, R. & M.C.A. Meischke & J.A. Muller (red.), Bouwkunde. Leerboek voor het middelbaar technisch onderwijs, deel 1. Delft (Waltman), z.j. (1952)5e druk. [452 blz. ISBN -]. Hierin: "Kruiskozijn", blz. 161-167

 

- Gemeentelijke Monumentencommissie Utrecht, 1931, Zestiende vergadering, gehouden op 14 October,  verslag nr 56, (handschrift, 1928-1937 in 1 band gebonden). [9 blz.]. Hierin "Verbouwing gebouw Janskerkhof 13": blz. 3-8 ("De Twentsche Bank overweegt de ramen van het hoofdgebouw van een roe-verdeeling te voorzien naar 18de eeuwsche indeeling. Thans zijn in den voorgevel spiegelramen en in den zijgevel ramen met een 19de eeuwsche indeeling." Er zijn geen sporen gevonden van kruisramen, maar de commissie betwijfelt of die er niet toch te vinden zijn. De vraag is of de in het verleden de oorspronkelijke kruiskozijnen verwijderd zijn of verbouwd tot schuiframen. Ook is niet duidelijk of de kruisramen glas in lood gehad hebben of roeden en kleine ruitjes. "Zekere voorbeelden van originele kruisramen met glas in lood uit het midden van de 17e eeuw zijn er niet meer; wèl met houten roetjes. Wellicht zou in dit gebouw de 18de eeuwsche zaal als een bezwaar gevoeld worden tegen de toepassing van kruisramen. Daarentegenover kan men echter stellen, dat de eenheid van den gevel moet voorgaan." In de discussie speelt ook een rol dat een bankgebouw veel licht nodig heeft; kruiskozijnen geven 1/3 minder licht. De commissie kiest uiteindelijke voor schuifvensters. De bank blijkt spiegelglas te willen toepassen. "De heer Labouchere zou liever gewoon glas zien gebruikt. Dit heeft altijd iets meer leven dan spiegelglas." De bank blijkt hiertegen geen bewzaar te hebben.)

        (klik hier voor de tekst, PDF, 3 MB)